regionaal samenwerken
regionaal samenwerken

De Babylonische spraakverwarring: duiding bij de termen bovenlokaal, regionaal, intergemeentelijk

OP/TIL houdt van samenwerken. En, van grenzen verleggen. Bovenlokaal, regionaal, intergemeentelijk samenwerken: hoe zit dat nu? Wat is wat? En, wat komt de ‘regiovorming’ daar dan bij kijken? Het is niet makkelijk om door de bomen het bos nog te zien, als je probeert om deze veelgebruikte termen uit elkaar te halen en te ontrafelen. Ook wij moesten even de koppen bij elkaar steken. We verduidelijken.

Bovenlokaal samenwerken

Bovenlokaal samenwerken is een breed en niet vast afgebakend begrip. Een invulling is mogelijk volgens bereik, uitstraling, methodiek, potentieel, partnerschappen en samenwerking, of een regionale benadering.

Het is ook een ‘tussenruimte’: het overstijgt de gemeentegrenzen, én is niet Vlaams.

In de ‘bovenlokale ruimte’ zagen we al tal van mooie projecten ontstaan. Een aantal van die projecten ontvingen ook subsidies via het Bovenlokale Cultuurdecreet. OP/TIL brengt er een aantal in verhaal en beeld: in de Verbindende Verhalen (kies voor tag ‘bovenlokaal project’) en onder IN/BEELD op ons YouTube-kanaal. 

De partners die dat project opzetten, zijn erg verschillend van aard. Het kan gaan over kunstenaarscollectieven, socio-culturele verenigingen, vzw’s, of lokale besturen en hun (cultuur)diensten, bibliotheken, cultuurcentra, …

Regionaal samenwerken 

Bevinden die partners of actoren die willen samenwerken zich binnen eenzelfde regio bevinden? Dan spreken we van regionaal samenwerken. Regionaal is dus een vorm van bovenlokaal, meer bepaald een geografische benadering van dat begrip. Regionaal betekent dat de partners zich binnen eenzelfde regio of omliggend bevinden. Het is een vaak voorkomende – zo niet de meest voorkomende – vorm van bovenlokaal samenwerken. De termen worden daardoor ook vaak door elkaar gebruikt (spraakverwarring!).

En, ook binnen het regionaal samenwerken, zie je een grote diversiteit aan actoren. 

Bijvoorbeeld projectwww: een verbindend theaterproject voor Vlaamse en Brusselse jongeren, in de Rand rond Brussel. Of, Animal Farm: een groots participatief traject dat verschillende spelers in de regio verbindt.

Maar, evengoed gaat het hier over een project waarin de diensten van lokale besturen aan zet zijn, zoals bijvoorbeeld bij PianoDays. Al zouden wij op zo’n moment ook durven spreken van intergemeentelijk samenwerken, want strikt genomen gaat het hier over een samenwerking van gemeenten (gemeentelijke diensten). Ze liggen wel binnen eenzelfde regio, dus kunnen we ook spreken van regionaal samenwerken.

Regionaal kan dus nog verder verfijnd worden, maar dat hoeft niet per se. Het is perfect juist om deze projecten regionale cultuurprojecten, of ook wel bovenlokale cultuurprojecten te noemen.

OP/TIL stimuleert regionaal samenwerken. Omdat we erin geloven dat dit een goede schaal is voor experiment. En ook, omdat we gemeenten willen stimuleren om op die schaal samen te werken voor cultuur. En zo komen we dan weer bij een volgend begrip: intergemeentelijk samenwerken.

Intergemeentelijk samenwerken

Als die actoren nu blijken lokale besturen of hun diensten te zijn, dan spreken we van intergemeentelijk samenwerken. Als lokaal bestuur werk je dan samen met een andere gemeente om een gezamenlijke doelstelling te bereiken. Of, de ene gemeentelijke dienst werkt samen met een gemeentelijke dienst uit een andere gemeente. Ze bundelen de krachten en takelen dan een gedeelde uitdaging. Dat doen ze in een project, of via overleg. Efficiëntiewinst, expertise-uitwisseling en schaalvergroting zijn vaak de drijfveer. Maar, ook complexe maatschappelijke uitdagingen of gedeelde problematieken komen aan bod. Dat gebeurt in verschillende beleidsdomeinen: cultuur, erfgoed, onroerend erfgoed, … maar ook politiezones, brandweerzones, afvalcommunales.

Het kan dus projectmatig: partners werken ‘informeel’ samen om een project te realiseren. Of structureel: partners werken op regelmatige basis samen. En – om het nog wat moeilijker te maken – dat is vaak binnen eenzelfde regio, maar dat is niet noodzakelijk zo.

Misschien kunnen we het verduidelijken aan de hand van een aantal voorbeelden:

Twee naburige jeugddiensten van Ternat en Dilbeek bundelden in het verleden de krachten om het jongerenparticipatieproject Hangaar op te zetten. In diezelfde regio gingen ze ook nog een stapje verder: de cultuur- en jeugddiensten van de regio Pajottenland-Zennevallei werkten samen het project Zennekikomiek uit, een comedy-talentenwedstrijd in de regio.

Ook Kunststeden Vlaanderen is zo’n voorbeeld van intergemeentelijk samenwerken. 5 grote Vlaamse steden bundelen onderzoeksresultaten en gezamenlijke projecten op 1 platform. Die gemeenten liggen verspreid over Vlaanderen en dus niet binnen één regio. Eigen Kweek startte als initiatief van 10 Vlaams-Brabantse Cultuurcentra en breidde intussen uit naar de provincies Antwerpen en West-Vlaanderen.

Intergemeentelijk samenwerkingsverband of IGS rond cultuur

En zo komen we tot het laatste trapje in de ladder … Steden en gemeenten kiezen ervoor om samen te werken rond een bepaald beleidsthema, zoals cultuur. Ze gieten dan hun samenwerking in een erkend samenwerkingsverband. Richtinggevend daarbij is het Decreet Lokaal bestuur.

Zo zijn er binnen cultuur: Uitpasregio’s, culturele erfgoedcellen en tot slot ook de 19 erkende samenwerkingsverbanden binnen het Bovenlokale Cultuurdecreet

Die 19 IGS’en cultuur nemen een regierol op voor hun regio. OP/TIL ondersteunt hen ook, door een lerend netwerk en een gerichte dienstverlening.

Als we teruggrijpen naar het bovenstaande voorbeeld. In de regio Pajottenland-Zennevallei vervelde het informele samenwerkingsoverleg van cultuuractoren intussen tot Zender, een intergemeentelijk samenwerkingsverband rond cultuur.

Referentieregio’s en regiovorming

Om het verhaal helemaal af te maken, raken we best ook nog eens de begrippen ‘referentieregio’ of ‘regiovorming’ aan. 

Het gaat hier over een bestuurlijk dossier. Vlaanderen besliste tot 15 referentieregio’s, om zo het lappendeken van verschillende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden te vereenvoudigen. Dat wil dus zeggen dat elk IGS (of het nu georganiseerd is rond mobiliteit of rond cultuur) zich in de toekomst moet afstemmen op die 15 door Vlaanderen bepaalde regio’s. Dat heeft dus ook voor de culturele samenwerkingsverbanden een impact.

OP/TIL kreeg van minister Jambon de opdracht om lokale besturen daarin te ondersteunen. De regiovorming is dus vooral van belang voor de bestaande en voor eventuele nieuwe samenwerkingsverbanden tussen gemeenten. De grenzen van die regionale samenwerkingsverbanden werden nu immers vastgelegd.

Hopelijk werden de begrippen zo wat meer ontrafeld.* Bij OP/TIL zijn wij fan van regionaal samenwerken:

Omdat we denken dat er binnen een regio veel potentieel is om samen te werken rond cultuur. Omdat het een goeie schaal is voor experiment. Omdat het een ideale plek is voor expertisedeling en uitwisseling tussen collega’s. En, als het kan stimuleren we graag lokale besturen om zich te verenigen tot een IGS.

* We brachten helderheid in het begrippenkader in en rond het Bovenlokale Cultuurdecreet. We geven juiste en correcte informatie voor de definitie van deze verschillende begrippen, maar als OP/TIL hebben we niet in de hand hoe anderen deze termen gebruiken.

Juridische vorm

Binnen cultuur zijn de meest gebruikte vormen van intergemeentelijke samenwerking:
de projectvereniging en de dienstverlenende vereniging.

Bekijk deze en andere vormen van samenwerken in de infografiek.

Meer weten over intergemeentelijk samenwerken?
Lees deze tekst

Grensverleggende to do's & verhalen in je mailbox? Schrijf je in voor 1 of 2 nieuwsbrieven.