Ga doelgericht in gesprek met lokale politici: 3 voorbeeldzinnen
Je wil dat lokale politici weten hoe relevant en noodzakelijk de werking van jouw cultuur- of gemeenschapscentrum, cultuurdienst, bibliotheek, IGS … is.
Je weet welk verhaal je wil vertellen. Inhoudelijk ben je er klaar voor. Je beslist om in gesprek en interactie te gaan met lokale politici. Maar waar, wanneer en hoe doe je dat best?
Tijs Vastesaeger gaf tijdens een webinar op 13 maart 2024 inzichten en insteken om die vragen te beantwoorden en je goed voor te bereiden.
We leerden opnieuw dat vertellen vooral luisteren is, naar je gesprekspartner. En dat zowel jij als die gesprekspartner geen robots zijn, wel mensen. Maak ruimte en tijd om echt in gesprek te gaan, maak er een persoonlijk gesprek van. Ga zorgzaam om met je gesprekspartner als je verbinding wil maken.
We noteerden 3 concrete zinnen, die je kan inzetten in een gesprek met een lokale politicus.
“Heb je veel aan je hoofd? We kunnen gerust wat later starten.”
Zorg voor de juiste omstandigheden. Hoewel je niet alles onder controle hebt, kan je wel inspelen op wat je ziet. Merk je dat de politicus wat gespannen is, omdat die nog een dringende telefoon kreeg. Stel voor om even te wachten en het gesprek wat later op te starten. Creëer mentale ruimte voor de persoon.
Stel een vraag als: “Heb je veel aan je hoofd? We kunnen gerust wat later starten.”
“Mag ik jou een persoonlijke vraag stellen?”
Jouw waarheid is maar één waarheid, maar niet dé waarheid. Stel je dus open. Luister naar wat de ander te vertellen heeft. Probeer te weten te komen wat de ander belangrijk vindt.
Small talk is een opstap naar een dieper gesprek. Betrokkenheid en ontspanning zijn immers voorwaarden om tot een rationeel gesprek te komen.
Toon lef en vraag toestemming om een persoonlijke vraag te stellen:
Stel een vraag als: “Mag ik jou een persoonlijke vraag stellen? Hoe vaak participeerde je aan cultuur, in het gezin waarin je opgroeide?”
“Ik heb het gevoel dat …”
Durf vragen te stellen, durf te laten zien dat je ergens twijfels over hebt, of dat je niet helemaal zeker bent dat de boodschap op de juiste manier is binnengekomen. Verifieer.
Stel een vraag als: “Ik heb het gevoel dat mijn boodschap niet helemaal landt. Klopt dat?”
Of: “Ik zie dat mijn vraag voor wat wrevel zorgt. Zie ik iets over het hoofd?”