intergemeentelijk
regiovorming

Regiovorming — Impact op bestaande intergemeentelijke samenwerkingsverbanden

In februari 2022 hakte de Vlaamse Regering de knoop van de regiovorming door. 15 regio’s maken definitief komaf met het lappendeken aan samenwerkingsverbanden. Welke impact heeft deze beslissing op de bestaande intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Cultuur?

Tekst / Lien Verwaeren

Deadlines voor afstemmen bestaande samenwerkingsvormen

De lokale besturen moeten de werkingsgebieden van hun samenwerkingsvormen afstemmen op de regio’s. Elk samenwerkingsverband moet dus binnen de grenzen van de referentieregio vallen. Het samenwerkingsverband mag wel kleiner zijn dan de referentieregio: het zogenaamde matroesjkamodel.  Dit gebeurt meteen voor de nieuwe samenwerkingsverbanden, en ten laatste op 1 januari 2031 voor bestaande.

Samenwerkingsverbanden die via een decreet worden ondersteund, zullen zich moeten aanpassen tegen de volgende decretale indiendatum. Voor cultuur zijn volgende decreten geïmpacteerd:

  • de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in het Bovenlokale Cultuurdecreet
  • de bovenlokale erfgoedcellen in het Cultureel Erfgoeddecreet
  • de Avansa’s via het Decreet Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk
  • de UiTPAS-regio’s via het Participatiedecreet (en de beheersovereenkomst met Publiq)
  • de Lokale Netwerken voor de bevordering van de vrijetijdsparticipatie van personen in armoede via het Participatiedecreet
  • ook een aantal regio’s die samenwerken binnen het eengemaakt bibliotheeksysteem zullen zich moeten aanpassen (buiten decreet)

Wat moet je doen als je huidige samenwerkingsverband niet matcht met de referentieregio? Projectleider regiovorming Tom Nulens legt uit.

De gevolgen voor 7 bovenlokale cultuurregio’s

Hoewel de bovenlokale cultuurregio’s in Vlaanderen pas sinds 2020 zijn erkend en ondersteund, staan een aantal van hen dus opnieuw voor een uitdaging. 7 van de 19 intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor Bovenlokale Cultuur zullen zich tegen uiterlijk 1 januari 2026 moeten aanpassen aan deze bestuurlijke verandering. Het gaat over Cultuurtuin Waas, Dijk92, Route 42, Ginter, Cultuurregio Leie-Schelde, de Merode en ECRU.

OP/TIL kreeg van Vlaams minister voor Cultuur, Jambon, de opdracht om deze regio’s hierbij te ondersteunen. Het zal gaan over maatwerk per regio. Sommige regio’s zullen met minder gemeenten verder kunnen werken, anderen worden in twee of drie opgedeeld en zullen mogelijk op zoek moeten naar andere partners. 

OP/TIL liet een aantal regiocoördinatoren en hun voorzitters aan het woord om uit te leggen welke hindernissen, én welke opportuniteiten zij zien:

Tom Van De Velde is coördinator van het samenwerkingsverband Dijk92. De partners uit de regio moeten nu afscheid nemen van Wetteren. Tom heeft het over de zoektocht om daarmee om te gaan. Maar hij ziet ook kansen voor de toekomst. Bekijk het filmpje.

Loes van der Heijden was pas aan de slag toen ze vernam dat Ginter niet als geheel tot een referentieregio behoort. Meer zelfs: de gemeenten van Ginter moeten nu aansluiten bij drie regio’s. Al snel is beslist om nog een paar jaar hard door te werken, zegt voorzitter Lieselotte Denolf, die ook cultuurschepen is in Torhout. Tot de ambitie hoort ook het begeleiden van de gemeenten naar hun nieuwe samenwerkingsverbanden.

Route 42 is een klein samenwerkingsverband van zes gemeenten in Oost-Vlaanderen. Ze werken al twintig jaar samen in een regionale bibliotheek. De grootste gemeente in de samenwerking verhuist naar een andere referentieregio. Dat wordt een moeilijke opgave. Regiocoördinator Koen De Keukeleire vertelt over de consequenties van de verplichte uitstap.

Hulp bij het aanpassen op de referentieregio’s

Heel wat intergemeentelijke samenwerkingsverbanden staan voor een uitdagende oefening. Maar ze staan er niet alleen voor. Voor Cultuur zal OP/TIL zo goed als mogelijk begeleiding bieden. We doen dat in samenspraak met andere organisaties zoals FARO, Publiq, Cultuurconnect… en met het Departement Cultuur, Jeugd en Media en het Agentschap Binnenlands Bestuur.

Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) speelt hier een belangrijke rol. Zij kregen een subsidie van de Vlaamse overheid om lokale besturen te ondersteunen bij deze veranderingen. In het Labo Regiovorming begeleidt de VVSG haar leden. Er zijn drie werkpakketten: het optimaliseren van het burgemeestersoverleg, het optimaliseren van de bovenlokale ruimte en doorbraakprojecten. In die projecten willen regio’s en de Vlaamse overheid drempels wegnemen. In de regio Gent loopt er een doorbraakproject rond erfgoed en cultuur. OP/TIL volgt dit project voor jullie mee op.

Vragen? Contacteer Lien Verwaeren van OP/TIL.

Lien Verwaeren

Grensverleggende to do's & verhalen in je mailbox? Schrijf je in voor 1 of 2 nieuwsbrieven.