natuur

Bos-Grens verbindt bewoners en wandelaars met verhalen en kunst, op de grens van Oost- en Zeeuws-Vlaanderen

Tekst / Inge Van de Walle

“De grens zit in mij”, fluistert iemand meermaals en bezwerend in mijn koptelefoon. Ik stap mee op de klankwandeling, samen met Tamara, Lars en Kris. Zij zijn de denkers en doeners van het project Bos-Grens. Door de soundscapes en landschapskunst onderweg komen de verhalen nog directer binnen. De wandeling start aan Klingspoor en zigzagt over de grens tussen het Waasland en Zeeuws-Vlaanderen, langs de grensdorpen Sint-Gillis-Waas (BE), Kapellebrug (NL), de Waterwinbossen Clinge (NL) en het Stropersbos (BE). Onderweg kun je tot rust komen aan ‘grensbanken’ waar via een signaal de soundtrack met grensverhalen in je koptelefoon wordt geactiveerd.

Het project Bos-Grens is het eerste initiatief van het kunstencollectief HRINS (Zeeuws voor ‘grens’). Bos-Grens verbindt verschillende thema’s en domeinen: natuurbehoud, landschapskunst, verhalen, muziek…  Hrins ging in dialoog met grensbewoners uit Oost-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen.

Hoe beleven zij het grensgevoel?

Tamara: “Dat grensgevoel is iets universeels. Op de grens wonen, dat is langs de rafelrandjes van de maatschappij leven, zoals iemand het mooi formuleerde in het project. Het is ver weg van de gevestigde waarden, dat voel je ook wel als je hier woont. Maar wat is dat dan, dat grensgevoel?”

Een duik in het grensgevoel

Lars: “Het stukje bos dat we doorkruisen bij de wandeling is verbonden aan heel wat smokkelverhalen. Met onze ‘Muziekvereniging De Clingse Bossen’, hadden Jan D’Hooghe en ikzelf het idee om iets te doen met thema smokkelen. Wij wonen elk aan één kant van de Belgisch-Nederlandse grens, gescheiden door de Clingse Bossen. We stootten op een archief van smokkelverhalen op de grens. We wilden daar muziek onder schrijven, onder die verhalen. Maar na een optreden van onze muziekvereniging, zijn we ook gaan praten en uitwisselen met Tamara en Kris. Zo is het idee van de klankwandeling ontstaan. Het grappige is dat we uiteindelijk ver weg zijn gebleven van de smokkelverhalen, al is het thema wel in de uiteindelijke wandeling geslopen.”

Tamara Esseling: “Wij schrokken van de onbekendheid aan beide zijden van de grens. Er gebeuren heel leuke dingen op het vlak van cultuur in Vlaanderen en Nederland, maar we hebben weinig tot niets met elkaar van doen. Tegelijk hebben we veel warmte voor elkaar, en een groot respect. Er zijn verschillen en gelijkenissen: aan beide zijden van de grens wonen durvers en lefgozers. Het bos is wel iets dat we delen, een soort niemandsland. Daar vinden we elkaar.” 

Kris: “We kozen ervoor om te vertrekken vanuit de identiteit die bij mensen nu leeft. Er zijn veel erfgoedorganisaties bezig met het thema smokkelen. We vonden het net interessant om een tijdsgebonden document met persoonlijke verhalen te maken. Het zijn kleine verhalen als kapstok voor de wandeling. Dat biedt herkenbaarheid voor een groter publiek.”

“Door ons project is er een nieuw soort samenwerking gekomen tussen cultuur en natuur. De boswachters van België en Nederland zijn door ons de eerste keer samengebracht.”

Gelaagd project

Binnen het project brengen de drie initiatiefnemers hun verschillende expertises samen. Lars Senders werkt met zijn organisatie Oorruiz vzw, rond sound-design, performance/theater en klankkunst. Binnen het Hrins-collectief heeft Oorruiz de muziek ontwikkeld voor bij de klankwandeling. Kris Drieghe is architect, van traditionele architectuur, maar evengoed van installaties in de openbare ruimte. Zo is hij bijvoorbeeld curator in Sint-Niklaas om een participatietraject rond de spoorweg te begeleiden. Binnen het project Bos-Grens heeft hij de installaties mee helpen bouwen. Tamara Esseling is Zeeuwse, ze is creatieve consultant, ze geeft natuur- en kunsteducatie en focust op talentontwikkeling bij participatieprojecten met jongeren. Zij werkte dan ook sterk op het participatieve luik van Bos-Grens.

Kris: “We zijn samen gaan nadenken over de lagen in dit project, vanuit onze verschillende expertises. We wilden de mensen in de streek ook actief iets samen laten doen. Daarom bouwden we samen banken. We konden aan de slag met dode sparren en dennen uit het bos die gerooid moesten worden. In overleg met de beheerders van het bos, bekeken we welk hout we konden gebruiken. Met die dode bomen nog iets doen, is iets wat bewoners op de grens aanspreekt. We hebben een ontwerp voor een grensbank gemaakt en een brede oproep gelanceerd aan burgers om hieraan mee te werken. Bij werkplaats De Clinch in De Clinge (NL) organiseerden we workshops op zaterdag. Tijdens een intensieve bouwweek plaatsten we allemaal samen de grensbanken en de landartinstallaties.“

Tamara: “Ook voor de verhalen werkten we heel participatief. We hebben de opzet van de verhalen samen met bewoners gemaakt. De eerste stap was letterlijk de verhalen sprokkelen. We hebben via persoonlijke contacten, flyers en social media grensverhalen gezocht. De boodschap was: wil je iets vertellen, wij komen luisteren. Een bijkomend probleem was wel dat de start van ons traject samenviel met de eerste lockdown. De grens was op een bepaald moment letterlijk dicht. Er ontstond zo opnieuw wat wrijving aan beide kanten van de grens. Er werd opnieuw gesmokkeld: bewoners gingen stiekem de grens over om te tanken of boodschappen te doen. Opnames maken bij mensen thuis was niet altijd evident. Maar de verhalen zijn uiteindelijk wel een eyeopener, met een rijkdom aan belevingen.”

Lars: “We zijn de verhalen niet vooraf gaan regisseren. Door de open oproep en de vele verhalen zijn de thema’s naar boven gekomen die spelen in het grensgevoel. Daarna pas zijn we gaan filteren en knippen, om een eenheid te creëren. Ik ben dan zelf met twee collega’s de studio ingetrokken om muziek te schrijven en uit te werken rond de interviews. We wilden ook geen podcast maken. Dus de balans van muziek en interviews was voor ons heel belangrijk.”

Foto’s / © Tamara Esseling © Joris Vergauwen © Dimitri Sponselee

  • Hrins © JorisVergauwen
  • “Het gedeelde bos was het uitgangspunt in het project, maar welke route wilden we bewandelen? Dwars door het mooie bos biedt veel mogelijkheden. Maar toch hebben we ervoor gekozen om niet altijd de mooiste plekken uit te kiezen. We wilden geen natuurwandeling, wel een grenswandeling.”
    Kris Drieghe architect

Rauw en natuurlijk

Tamara: “Tussen de lockdowns door konden we ook een ‘Bosklapsessie’ organiseren waarbij de bewoners het project konden leren kennen.  Er waren optredens, warme gesprekken  én een sessie boomzagen op een site van Zeeuws Landschap. Het gaf hoop en goesting om verder te doen. Mensen boden spontaan hun hulp aan.”

Kris: “Het gedeelde bos was het uitgangspunt in het project, maar welke route wilden we bewandelen? Dwars door het mooie bos biedt veel mogelijkheden. Maar toch hebben we ervoor gekozen om niet altijd de mooiste plekken uit te kiezen. We wilden geen natuurwandeling, wel een grenswandeling. Door de natuur, maar ook bewust langs de achtertuin van een straat op de grens. Dus je loopt door een mooie bosweg, maar je passeert ook het rauwe, de koterijen …  Je merkt op de grens ook het verschil in aarde bijvoorbeeld. De Belgische grond is donkere aarde, de Zeeuwsche grond is zeeduin, zandgrond die gebruikt wordt als waterwinningsgebied.”

Lars: “We werkten voor dit project samen met boswachters, van Zeeuws Landschap en Agentschap Natuur en Bos Vlaanderen. De wandeling is met hen afgetoetst om te weten in welke gebieden we mochten wandelen. Ook voor het plaatsen van de banken waren afspraken nodig. Eerst hadden we een heel andere lus,  maar het Zeeuws Landschap besliste toen: hier maken we stiltegebieden. Daar moesten we omheen wandelen. Dan zijn we echt letterlijk de grens gaan opzoeken. Op zoek naar twee sites waar de landschapskunst kon ontwikkeld worden. Het Zeeuws landschap had ons al een voorstel gedaan, ver genoeg van het stiltegebied. Dan is ook in Vlaanderen naar zo’n site gezocht.”

Kris: “Door ons project is er een nieuw soort samenwerking gekomen tussen cultuur en natuur. De boswachters van België en Nederland zijn door ons de eerste keer samengebracht. Ook bij de opening van de klankwandeling waren ze er allebei. Het is belangrijk om in zo’n samenwerking flexibel te zijn, van beide kanten. We hadden bijvoorbeeld een overeenkomst met het Zeeuws Landschap om de oude sparren uit de bossen te verwerken voor de banken. We waren op een bepaald moment bezig met zagen, maar toen kregen we bericht dat het broedseizoen startte in Nederland. We moesten nog twee weken wachten. Blijkbaar start het broedseizoen in België twee weken later. Dan zijn we aan de slag gegaan met dennenhout (vanuit storm) uit de Belgische bossen.”

Intensief traject voor Hrins

Lars: “Eerst was er bij de projectfinancierders wat terughoudendheid: is dit nu een Belgisch project of een Nederlands project? Maar het is zowel een bovenlokaal als een grensoverschrijdend project. Op administratief vlak is die grens tussen beide landen wel heel voelbaar. Voor het project aan Nederlandse zijde is projectfinanciering van Samen in Zee in provincie Zeeland. Aan Vlaamse zijde is er een subsidie voor een bovenlokaal cultuurproject. Daarnaast was er ook steun via  het fonds Grensverleggers van De Buren die de culturele en artistieke samenwerking tussen Vlaanderen en Zuid-Nederland wil versterken. Het project loopt nog tot eind augustus 2023. Partners vanuit gemeenten, Hulst, Stekene, Sint-Gillis-Waas, de regionale televisie  maakten ook mee promotie vanuit hun kanalen. De app werd ondertussen ongeveer 2000 keer gedownload. We mikken op nog een hoop extra downloads en wandelaars tegen eind augustus.”

Kris: “De installaties zijn van ons en ze blijven voorlopig staan. We hebben de grensbanken bewust uitgewerkt met natuurelementen. Het materiaal is dood hout, we gaan het natuurlijke verval niet tegenwerken door het hout te behandelen. Na een jaar blijkt wel dat de conditie nog redelijk goed is. Als de installaties blijven staan, moeten we daar nog concrete afspraken over maken.”

Tamara: “Hoe moet het nu verder? Het was een intensief traject voor ons alle drie. Het thema lag ons nauw aan het hart. We deden heel veel zelf: communicatie, dossiers schrijven, workshops, logistiek, bouwen … Dat is behoorlijk uniek binnen een project. We hebben dus ook alle drie veel dingen moeten laten liggen. We gaan het project nu afronden en laten rusten en terug de tijd nemen om te herbronnen. We willen niet zomaar een kopie maken van wat we nu gerealiseerd hebben. Ook al krijgen we ook wel eens de vraag om een vergelijkbaar project op te zetten.”

Lars: “Het is wel mooi om te zien dat kleine collectieven beginnen te floreren in de grensstreek. Zoals bijvoorbeeld De Clinch, een circuswerkplaats waar we ons project bouwden. Dat zijn circusartiesten uit het Gentse met ateliers in De Clinge. Een ander collectief is Bruut,een  filmcollectief, die zijn studio’s aan het bouwen in De Clinge. Zij hebben onze promofilm gemaakt. Je voelt dat er momenteel cultureel wat begint te bewegen aan de grensstreek. Fijn dat we met het project hier aan kunnen bijdragen en hopelijk wordt die dynamiek ook bovenlokaal opgepikt en verder ondersteund.”

Grensverleggende to do's & verhalen in je mailbox? Schrijf je in voor 1 of 2 nieuwsbrieven.