intergemeentelijk

Comeet — “Ook met weinig middelen kan je grootse dingen realiseren”

Tekst / Veerle Weeck / februari 2024

Comeet, de cultuurregio van het Meetjesland, mag dit jaar twintig kaarsjes uitblazen. Opgericht door dertien gemeenten was het één van de eerste culturele projectverenigingen in Vlaanderen.

Anno 2024 heeft het IGS een erfgoedcel, IOED en bovenlokale cultuurpoot. Greet Melis is sinds september coördinator van het geheel.

Greet: “Je moet eerst luisteren, dan doen. Zo kan je de juiste keuzes maken.”

Situering in het Meetjesland

Sinds 2020 bundelt Comeet de krachten van negen Oost-Vlaamse gemeenten: Aalter, Assenede, Eeklo, Evergem, Kaprijke, Lievegem, Sint-Laureins, Wachtebeke en Zelzate. Fusies en de keuze van Maldegem om terug te plooien op de eigen lokale werking verklaren waarom er vandaag minder gemeenten aangesloten zijn dan in het begin. Alhoewel Maldegem, sinds de coalitiewissel deze legislatuur, de intentie uitstraalt om vanaf 2027 opnieuw aan te sluiten.

Als een gemeente van regionaal naar lokaal werken overschakelt, heeft dat consequenties.

Greet: “De ondersteuning, het netwerk, de expertise-uitwisseling en professionalisering vallen ineens weg. Op 1 maart zetten we bijvoorbeeld een nieuwe stap in onze regiobibwerking, met een gedeelde collectie en gedeeld lidmaatschap. We schaffen alle boetes en reservatiegelden af. In je eentje kan je dat niet realiseren. Aan dergelijke acties gaat immers heel wat onderzoek vooraf. Er komt ook veel administratie, overleg en opzoekingswerk bij kijken. Het is fijn als je alles samen kan aanpakken. Vele handen maken licht(er) werk.”

Greet is trots op het traject dat de bibliotheken met de regiobib afleggen. “Het is mooi om zien hoe de bibliothecarissen niet in de reguliere agendapunten blijven hangen, maar ook buiten de lijntjes durven kleuren.” 

Projecten die verder doorwerken

Het Meetjesland is een landelijke regio met weinig professionele spelers in cultuur, maar een stevig sociaal weefsel. Het belang dat ze hechten aan de dorpen én aan de verenigingen die erin actief zijn, bindt de gemeenten.

Greet: “Wij zetten in op dorpsdynamiek en de kracht van vrijwilligerswerking. Een heel andere manier van werken dan wanneer ik in een cultuurcentrum actief was. Want hier heb je weinig tot geen budget om iets te realiseren. Maar ik heb geleerd dat je met weinig middelen ook supermooie dingen kan organiseren, die bovendien veel duurzamer zijn. Want na een voorstelling gaat iedereen wel met een goed gevoel naar huis, maar daar stopt het ook. Als wij regionaal iets organiseren met veel partners kunnen zaken veel langer doorwerken.”

Greet denkt bijvoorbeeld aan het project rond de Meetjeslandse kunstenaars, waarbij Comeet op zoek ging naar belangwekkende kunstenaars uit de regio. Door onderzoek kwamen ze uit op een shortlist van een 30-tal kunstenaars waarrond projecten werden uitgewerkt, geïnspireerd op de werken van die kunstenaars. Eindigen deden ze met een grote expo, waarbij mensen met een beperking de rondleidingen verzorgden. Een project waar ze vandaag nog altijd de vruchten van plukken.

Greet: “Daar is bijvoorbeeld ST(ART) TO ART uit ontstaan, een collegagroep waarin we – samen met IGS Leie Schelde – kunstenaars met elkaar verbinden. En de samenwerking met de jeugddiensten leidde later tot het Cultuurinjectie-project, waarbij we cultuur als welzijnsbooster voor jongeren wilden inzetten. Met elke nieuwe partner die we mee in bad trekken, vergroot de kans op meer samenwerkingen in de toekomst.”

  • © Studio Noord
  • “Het Meetjesland is een landelijke regio met weinig professionele spelers in cultuur, maar een stevig sociaal weefsel. Het belang dat ze hechten aan de dorpen én aan de verenigingen die erin actief zijn, bindt de gemeenten. ”
    Greet Melis Regiocoördinator Comeet

Foto/ © Studio Noord

Trots op het Meetjesland

Door de komst van de nieuwe referentieregio’s verdwijnt het Meetjesland in 2027 als regionaam. Vanaf dan behoren die gemeenten tot de regio Gent.

“Daardoor is de nood ontstaan om de culturele identiteit van het Meetjesland meer te gaan koesteren, ervoor te zorgen dat die niet verloren gaat”, zegt Greet. Een initiatief als de Nacht van de Meetjeslandse kerken (het slotstuk van een cultuur- en erfgoedproject rond de inventarisatie van kerkelijke objecten, red.) is daar een voorbeeld van. 

Waar de Nacht in 2017 op provinciale middelen kon rekenen, was er geen budget voor een nieuwe editie in 2020. Maar aangezien de vraag vanuit de verenigingen zo groot was, greep Comeet de kans om het initiatief opnieuw te organiseren. De IGS nam de coördinatie op zich, voorzag een klein budget en de verenigingen deden de rest.

“Ondanks de beperkte middelen stonden in 23 kerken activiteiten gepland. Een yogasessie, expo met bidprentjes, klassieke concertjes, een kaarsenexpo … Tot corona roet in het eten kwam gooien. Maar een jaar later kon het evenement toch doorgaan”, weet Greet, die op dat moment beleidsmedewerker van de Erfgoedcel Meetjesland was. In 2024 volgt een nieuwe editie. 

Greet: “Dit project is ontstaan vanuit het enthousiasme van vrijwilligers. Ze zijn trots op hun cultuur en erfgoed. En wij pikken daarop in. We brengen iedereen rond de tafel en reiken methodieken aan, die leiden tot de zotste ideeën.”

Het project is een samenwerking tussen de erfgoedcel, IOED en cultuur.

“We doen dat bewust om de schotten weg te werken, maar het is niet altijd makkelijk om een project op te splitsen in verschillende verantwoordingsnota’s. Samenwerking wordt door Vlaanderen gestimuleerd, maar achteraf moet je in de verantwoording terug de opdeling maken. Ergens is dat niet logisch”, vindt Greet.

Samenwerken en ervaring delen

Comeet gaat niet alleen binnen het Meetjesland op zoek naar connectie tussen de deelwerkingen en verenigingen. Ook met IGS Leie Schelde overleggen ze graag. Sinds twee jaar komen de bibliothecarissen en cultuurbeleidscoördinatoren uit beide regio’s 1 à 2 keer per jaar fysiek samen in het cultuurcollectief.

Greet: “Waar onze bibliotheken bijvoorbeeld bezig zijn met een vernieuwingsoperatie rond het afschaffen van de boetes, bekijkt Leie Schelde een boekentransport tussen de bibliotheken. Het is heel fijn om te zien hoe ze onderling informatie uitwisselen. Waarom zou je elk apart het warm water uitvinden als je elkaar kan helpen?”

Greet hecht veel belang aan ervaringsuitwisseling.

Greet: “Cultuurwerkers hebben door hun uitgebreide takenpakket vaak niet de tijd om lang stil te staan bij iets. Daarom helpt het om van een naburige gemeente te horen hoe zij het aanpakken. Daarnaast komen er steeds meer wetgevingen en info over subsidielijnen op de lokale besturen af, maar tijd om zich daarin te verdiepen hebben ze niet. Dus presenteren wij hen de belangrijkste wijzigingen of ontwikkelingen. Zo moeten ze niet alles zelf uitzoeken.”

Ook op vrijwilligersniveau wordt expertise gedeeld.

Greet: “Een cultuurraad wijzigde haar lokale subsidiereglement en betrok daarbij ook de andere adviesraden uit de gemeente. Die transversale insteek interesseerde iedereen, dus werd er tijdens onze regionale collegagroep cultuurraden ook aandacht aan besteed. Interessant!” 

Volgens de letter van de wet zou dergelijke collegagroep echter niet mogen bestaan wegens ‘te lokaal’.

“Maar gemeenten verwachten vaak dat we ons ook lokaal inzetten. Het is soms dansen op een slappe koord. Zo stelden we bij de vorige verkiezingen bijvoorbeeld samen met de cultuurraden een memorandum op, maar daardoor kwamen we in conflict met onze rol binnen Comeet. We zijn immers geen belangenbehartigers, maar werken voor de lokale besturen. Het is permanent zoeken naar het juiste evenwicht”, aldus Greet.

Regierol in de praktijk

Greet worstelt soms ook met de opdeling regie- en actorrol.

Greet: “Het probleem met de regierol is dat die zich achter de schermen afspeelt, terwijl een bestuur net zichtbaar wil zijn. Daarnaast moet je ook eens in het veld kunnen staan om een netwerk warm te houden, zeker als je vooral met verenigingen samenwerkt. Door op het terrein aanwezig te zijn, is het makkelijker om een netwerk met vrijwilligers uit te bouwen.

“Als het moeilijk is om een initiatief van de grond te krijgen, gaan we soms ook vanuit noodzaak over naar de actorrol. Valt er iemand ziek, dan is een cultuurdienst bijvoorbeeld ineens on(der)bemand en ondersteunen we die gemeente iets meer. Er is immers niet altijd iemand die de taken lokaal kan overnemen.”

Greet benadrukt daarbij wel dat het niet per definitie de grote gemeenten zijn die meer geld of personeel voor cultuur inzetten.

“Veel hangt af van de prioriteiten die een bestuur legt”, zegt ze.

Projecten op de rails zetten en houden

Comeet tracht lokale ambtenaren en verenigingen maximaal te ondersteunen.

Greet: “Voor de UiTPAS volgt onze UiTPAS-medewerker alles actief op. Zij brengt de lokale netwerken vrijetijdsparticipatie samen in een overleg, zodat die meer slagkracht hebben. Ze zorgt ervoor dat iedereen over alle materialen beschikt om de UiTPAS te kunnen gebruiken. Ze haalt alle kosten uit de website en maakt maandelijks een afrekening op voor iedereen. Maar gaat ook inhoudelijk op zoek naar manieren om moeilijk te bereiken doelgroepen aan te spreken. Ze motiveert verenigingen om hun evenementen op de UiT-databank in te geven. En is er discussie, dan verzoent ze alle stemmen met elkaar.”

Aangezien de UiTPAS is ontstaan uit een kansenpas merkt Greet dat de perceptie leeft dat de UiTPAS er enkel voor mensen in kansarmoede is.

“Dat tij proberen we te keren door in de communicatie meer in te zoomen op het spaarpuntensysteem en de deelname aan cultuur. Zonder de kansengroepen te vergeten uiteraard.”

Ook jongeren zijn een aandachtspunt binnen het Meetjesland.

Greet: “Zij komen hier te weinig aan bod. Daarom zijn we samen met publiq momenteel op zoek naar UiTX-ambassadeurs; jongeren die culturele activiteiten willen bijwonen en er verslag over uitbrengen. Via onder meer de UiTPAS proberen we hen meer te betrekken bij het culturele leven.”

Foto / © Emmy Beyls

Meerwaarde van subsidies voor regio

Naast de inhoudelijke ondersteuning, zorgt Comeet voor een grote financiële return voor de regio.

Greet: “Een gemeente draagt voor Comeet 0,7 euro per inwoner bij, maar we vervijfvoudigen dat bedrag door alle subsidies die we binnenhalen. Daardoor kunnen we veel meer in de regio organiseren en onderzoeken, en vaak ook een extra projectmedewerker aanstellen. Op die manier kunnen we onze lokale ambtenaren wat ontlasten.”


Op elk moment loopt er minstens één LEADER-project (Europees subsidieprogramma voor plattelandsontwikkeling, red.) in het Meetjesland. Greet. “Met de middelen die vanuit Vlaanderen komen, dekken we een groot stuk van onze personeelskosten, maar om zaken te kunnen realiseren, moeten we op zoek gaan naar extra middelen. Bovenlokale projectsubsidies hebben we nog nooit aangevraagd. We botsen onder meer op het gebrek aan professionele spelers in de regio om samen een dossier te kunnen indienen. Maar vanaf 2027 kunnen IGS’en zelf een aanvraag doen. Misschien moeten we dan onze kans wagen.”

Grensverleggende to do's & verhalen in je mailbox? Schrijf je in voor 1 of 2 nieuwsbrieven.