intergemeentelijk

Route42 — “Je krijgt een bredere visie die je kan meenemen naar jouw regio”

Tekst / Veerle Weeck / februari 2024

Toen Route42 in 2020 een structureel gesubsidieerde cultuurregio werd, was dat voor coördinator Koen De Keukeleire even zoeken. Tot die tijd beperkte het samenwerkingsverband zich immers tot zes bibliotheken langs de N42 in de Vlaamse Ardennen.

“Ik kwam terecht in een vereniging met twee snelheden. Enerzijds had je de bibliotheken die ruim twintig jaar intens samenwerken aan wat intussen één van de verst gevorderde regiobibliotheek in Vlaanderen is. Anderzijds kwam er een nieuwe regionale cultuurwerking bij, bestaande uit partners die eerder sporadisch een project samen opzetten. Een boeiende uitdaging.”

Samenwerken vraagt tijd en aandacht

Om de nieuwe culturele partners uit Geraardsbergen, Herzele, Lierde, Oosterzele, Sint-Lievens-Houtem en Zottegem dichter bij elkaar te brengen, was een eerste belangrijke stap: kennismaken.

“Dus organiseerden we de eerste vergaderingen op de locatie van een cultuurproject of in een cultuurzaal, waarbij de cultuurfunctionaris een kleine rondleiding gaf, we boden een drankje aan …. Een prille samenwerking moet je een beetje voeden, laten groeien. Het is ook een verhaal van elkaar leren kennen. Wanneer je als nieuwe partner bij een cultuurwerker die een bomvolle agenda heeft, komt aankloppen, is het normaal dat er in eerste instantie wat weerstand is. Maar door niets te forceren en de ideeën uit de groep te laten komen, is dat intussen losgelopen. Er komen nu zelfs meer voorstellen dan waar we budget voor hebben. Dat is altijd een goed teken”, glimlacht Koen.

Trots op de regiobib

Bij de bibliotheken van Route 42 is het al jaren een evidentie om regionaal samen te werken. Het netwerk staat dan ook heel ver in de uitbouw van haar regiobib. De voordelen voor de leden zijn groot.

Koen: “Ben je lid van de ene bib, dan ben je dat ook van de andere. Daardoor staat de hele regiocollectie ter beschikking. Is het materiaal niet voorhanden in jouw bib, dan kan je het laten overkomen. Dat gebeurt door ons bestickerd Route 42-busje, dat driemaal per week voor het transport tussen de bibliotheken instaat. Een openstaand bedrag kan je in elke bib vereffenen. Specialisten per collectieonderdeel bouwen mee aan de collecties van de volledige regiobib, en doen aankopen voor alle bibliotheken. Komen er vandaag dus twee boeken over automechanica uit, dan is er geen risico meer dat zes bibliotheken eenzelfde boek aankopen. Beide boeken worden nu over de bibliotheken verspreid, waardoor de collectie veel breder wordt.”

Koen kent de werking van de regiobib en de bijhorende diensten als zijn broekzak. Hij is als coördinator van Route 42 dan ook al twintig jaar bezig met dit regionaal bibliotheekverhaal. Maar de praktische uitwerking gebeurt intussen quasi volledig lokaal.

“Als er een openbare aanbesteding is, word ik wel nog betrokken. Dan volg ik die juridisch mee op en zorg ik voor het financiële kader. Ik faciliteer en ondersteun dus waar nodig en mogelijk. Bij de opstart van nieuwe initiatieven en projecten ben ik meer betrokken. Zo hou ik voeling met de werking, en kan ik onze partners wijzen op andere relevante initiatieven of contacten. Soms zijn er ook subsidiemogelijkheden die ik verder begeleid.”

  • “Het is een verhaal van elkaar leren kennen. Hoe beter dat gebeurt, hoe groter de meerwaarde.”
    Koen De Keukeleire Coördinator Route 42

Regierol is trekken en ook loslaten

Dat was bijvoorbeeld het geval bij het UiTPAS-verhaal, dat Koen in 2022 een jaar lang actief opvolgde. “De vergaderingen bijeenroepen, de stuurgroepen oprichten, het dossier begeleiden … Dat was waar ik me vanuit mijn regierol vooral mee bezighield. Maar intussen is de trekkersrol volledig overgedragen aan de gemeenten. Elke deelnemende gemeente kreeg daarin een andere verantwoordelijkheid. De ene volgt het welzijnsverhaal op, de andere trekt het logistiek of promotionele luik naar zich toe. Iedereen neemt een ander stuk op zich. Dat ik vanuit Route 42 enkel bij de opstart een leidende rol zou spelen, maakte ik van bij de start duidelijk aan de raad van bestuur en in elke stuurgroep. Zo wist iedereen dat het belangrijk was om op termijn zelf personeel in te zetten voor de verdere opvolging.”

Route 42 ondersteunt vooral initiatieven die buiten de reguliere werking vallen. “Neem bijvoorbeeld BRUT à l’AIR, een project waarbij mensen met een mentale beperking samen met het inclusief theaterlabo De Scheldevallei drie jaar lang aan een voorstelling werkten. Bij dit project, waarvoor een bovenlokale projectsubsidie werd aangevraagd én goedgekeurd, wordt Route 42 betrokken als partner, met het oog op een nieuwe voorstelling. We zullen advies en ondersteuning bieden rond de subsidieaanvraag, nieuwe partners rond tafel brengen, helpen bouwen aan een groter draagvlak binnen de regio, extra promotie maken …

Voor de initiatiefnemers is dit een meer dan welkom duwtje in de rug, voor de gemeentes die nog niet deelnamen een verrijkend project waar eenvoudig kan worden ingestapt.”

Bij Koen’s regierol komt heel wat administratie en financieel geregel kijken. “Het is inhoudelijk best een pittige job. Je moet goed op de hoogte zijn van wettelijke en juridische kaders, boekhouding, je weg vinden in subsidielijnen en weten wat er leeft op Vlaams niveau. Maar dankzij onder meer OP/TIL, die alle collega-regiocoördinatoren meerdere keren per jaar samenbrengt, lukt dat aardig. We leren veel van elkaar.”

Uniek door de connectie met Oost-Vlaamse regio’s

Maar ook buiten de netwerkmomenten van OP/TIL zien de Oost-Vlaamse regiocoördinatoren elkaar tweemaal per jaar.

“Dan praten we over wat ons bezighoudt en over de projecten die ons pad kruisen. Ik denk bijvoorbeeld aan Weesgedichten, een initiatief uit Aalst dat iedereen aanmoedigt om gedichten op het raam te schrijven. Dat werd tijdens het overleg voorgesteld door de regiocoördinator van Dijk 92 en vervolgens door alle Oost-Vlaamse regio’s overgenomen. Inmiddels is het zelfs een succesverhaal in heel Vlaanderen! Of aan het project Eigen kweek dat nieuw talent kansen biedt. Vroeger deed Oost-Vlaanderen daar nooit aan mee. Nu zijn we de provincie met de meeste deelnemers. Door over een project te praten, geef je elkaar argumenten om iets al dan niet te doen. Je krijgt een bredere visie die je kan meenemen naar jouw regio.”

Meerwaarde van een intergemeentelijke samenwerking

Route 42 vertrekt in alles vanuit een nauwe betrokkenheid met haar cultuur- en bibliotheekmedewerkers. Die zijn elk verenigd in een apart overleg, waarop ze de grote lijnen binnen de eigen sector bespreken. Daarnaast ontmoeten ze elkaar in één van de werkgroepen.

Koen: “Door met collega’s uit de regio te werken, word je uit je vertrouwde cocon getrokken. Je inspireert en versterkt elkaar. Neem nu onze vertelavonden, waarbij een twintigtal mensen in een reeks van zes workshops werden klaargestoomd om een volksverhaal of eigen verhaal met lokale insteek te gaan vertellen. Het feit dat je deze avonden niet op één maar zes locaties organiseert, geeft zo’n project een veel grotere uitstraling. Samen kom je ook tot betere partners, de communicatie kan veel breder worden gevoerd, waardoor de opkomst groter is. We moesten zelfs tien potentiële vertellers teleurstellen, omdat er geen plaats meer was. Dat zou nooit gebeurd zijn als er maar één gemeente het project in handen nam.” 

Koen: “Weet je, de regiowerking kost een gemeente 40 cent per inwoner. Datzelfde bedrag legt de Vlaamse overheid er nog eens bovenop. In ruil daarvoor krijg je hier een regionaal bibliotheekverhaal, activiteiten die je moeilijk alleen kan realiseren, logistieke ondersteuning via onze uitleendienst, een grotere uitstraling, ervaringsuitwisseling tussen de verschillende medewerkers, ondersteuning bij subsidieaanvragen én ga je in op de vraag vanuit Vlaanderen om bovenlokaal meer samen te werken. In een realiteit waarbij gemeenten budgetten ingeperkt zien en het personeelsbestand onder druk komt te staan, is regionaal samenwerken een waardevolle oplossing. Ook het feit dat wij als intergemeentelijke samenwerking in de toekomst een bovenlokale projectsubsidie kunnen aanvragen, is daarbij een groot voordeel.” 

Is een IGS-werking haalbaar voor een cultuurwerker? “Omdat we een IGS zijn met weinig middelen en een behoorlijk kleine personeelsinzet (Koen werkt 3/5e voor Route 42, red.) leg ik de bal vaak in hun kamp: Waar zien jullie opportuniteiten om samen te werken? Wat wil je graag samen realiseren? Dat maakt dat de initiatieven die zij nemen ook gedragen worden. Ik moet eerlijk gezegd eerder op de rem gaan staan, dan dat ik hen moet motiveren. Maar dat is goed.

Want als er meer ideeën dan budget zijn, moet je uitzoeken welk project je echt de moeite waard vindt, en besteed je meer aandacht aan een goede evaluatie.”

Falen is reflecteren

Koen: “In 2022 lokte de poëziewedstrijd bijvoorbeeld weinig deelnemers. Daardoor heerst nu de discussie: Kunnen we dat rechttrekken? Of vinden we het überhaupt nog de moeite waard om daar aandacht aan te schenken, goed wetende dat poëzie net een niche is? Dat zijn zaken waar we altijd bij stilstaan als een initiatief niet goed (meer) werkt. Hetzelfde gebeurde trouwens toen ons regionaal vormingsaanbod een steeds kleiner publiek lokte. Toen we ons de vraag stelden hoe dat kwam, ontdekten we dat onder meer lokale dienstencentra daar ook subsidies voor aanwendden, en dat we elkaar daardoor eigenlijk beconcurreerden.

Dus nu zetten we enkel nog in op bepaalde onderwerpen zoals digitale geletterdheid. Een uitgebreid overleg hebben we daarover trouwens niet gehad. Er zijn vaak veel ideeën om extra af te stemmen, maar als kleine IGS heb je ook grenzen. Soms is het dus beter om iets los te laten en een andere weg te kiezen. Zo bekijken we nu onder meer of we het aanbod van de dienstencentra kunnen promoten in de bib of via een andere weg. Elkaar (vooruit)helpen, daar draait het uiteindelijk altijd om.”

Grensverleggende to do's & verhalen in je mailbox? Schrijf je in voor 1 of 2 nieuwsbrieven.