intergemeentelijk

Stuifzand — “Onze zes kernwaarden zijn het kader van waaruit alles vertrekt”


Tekst / Veerle Weeck / februari 2024
Foto’s Stuifkracht / © Chris Stressens

Een knetterende cultuurenergie in de Kempen blijven behouden. Dat is het doel van Stuifzand, het intergemeentelijk samenwerkingsverband waarvan Kim Nevelsteen de coördinator bovenlokale cultuur is. Vertrekkende vanuit zes waarden geeft ze het regionaal cultuurbeleid van zeven Kempense lokale besturen mee vorm.

Kim: “Warm en zorgzaam, zoals onze regio ook is.”

Situering in de Kempen

Kim: “Ons verhaal start in 2008-2010 wanneer zeven gemeenten met steun van de Vlaamse overheid een culturele erfgoedwerking uit de grond stampen. Die werking kreeg de naam ‘k.ERF’. De jaren daarop gaan de bibliotheken en cultuurwerkers van onze regio nauwer samenwerken en vormen samen een cultuurnetwerk. Sinds 2017 timmeren we ook aan een onroerend erfgoedwerking. Die erfgoedwerking (k.ERF) vervelde even tot cultuurnetwerk, maar gaat sinds 2021 door het leven als Stuifzand.”

Stuifzand ondersteunt de Kempense gemeenten Balen, Dessel, Geel, Laakdal, Meerhout, Mol en Retie. Binnen het bovenlokaal cultuurluik zijn vooral de bibliotheken en cultuurdiensten actief. De cultuurcentra van Mol en Geel werken samen met Turnhout, Heist-op-den-Berg en Herentals onder de noemer ’t Pact. “Zij vormen eerder een Kempen- dan een IGS-laag”, verduidelijkt Kim. 


Uniek door waardenkader

Wie de trappen naar het bureau van Stuifzand in Geel oploopt, ziet aan de muur zes waarden hangen: warmhartig, knettergek, genereus samenwerken, veel geblaat en veel wol, met een blik van 360° en Kempen collectief.

Kim: “Voor we tijd en energie in projecten steken, toetsen we die telkens af aan onze zes kernwaarden. Zij zijn het kader van waaruit alles vertrekt. Eigenlijk is zelfs ons beleidsplan daaruit gegroeid.”

Onder genereus samenwerken verstaat Kim onder meer dat gemeenten hun return uit Stuifzand niet onderling afwegen.

“Soms zijn er projecten waar niet alle gemeenten tijd en ruimte voor hebben. Ze kunnen niet deelnemen omdat iemand ziek is gevallen of omdat een lokale activiteit even alle aandacht vraagt. Of het gebeurt dat we een gemeente extra moeten ondersteunen om een doelstelling te halen. Dat is allemaal ok. We zijn genereus tegenover elkaar”, zegt Kim. 

Kim: “Vraagt Ligo Kempen om naar een algemene vergadering te komen, dan doen we dat vanuit onze waarden blik op 360° en warmhartig. En dat niet alles zich op Stuifzand-niveau moet afspelen, zie je onder meer aan onze UiTPAS die we een jaar geleden samen met IGS Neteland en andere Kempense gemeenten uitrolden. We verliezen het Kempencollectief niet uit het oog.”

Focus op de regio

‘Til het lokale op’ was de duidelijke nood die bij de opstart van Stuifzand naar voren geschoven werd. Het leesbevorderingsproject waar de zeven bibliotheken twee jaar rond samenwerkten, is daar een mooi voorbeeld van. Samen met de lagere scholen experimenteerden ze in 2020-2022 hoe ze het leesvuur bij kinderen kunnen aanwakkeren. De bibliotheken deden een leesscan in de deelnemende scholen, leerden de doorgaande leeslijn kennen en gingen in verschillende labo’s aan de slag rond uiteenlopende facetten van leesbevordering.

Vandaag heeft elke bibliotheek een plan voor leesbevordering. Er zijn verschillende sjablonen ontwikkeld waarvan 45 lagere scholen gebruik kunnen maken. Daarin worden vragen beantwoord zoals bijvoorbeeld: Wat moet er zeker in een schoolbibliotheek? Waaraan moet een helpende volwassene voldoen? Per graad worden nu ook leeslijsten up-to-date gehouden. Ze passen doorleeslijsten regelmatig aan om kinderen aan de juiste (nieuwe) boeken te koppelen.

Kim: “Dit project heeft echt een duurzaam karakter gekregen. Elke bibliotheek gaat er ook op zijn manier mee aan de slag. Waar de ene bibliotheek de scholen jaarlijks uitnodigt voor een collectiegesprek per graad, organiseert de andere bibliotheek een integraal collectiegesprek op school, voor elke school apart. Het verschil zit hem in de lokale aanpak, niet in de visie die erachter zit.” 

Regierol is aanjagen

Zou het leesbevorderingsproject mogelijk zijn geweest zonder de ondersteuning van Stuifzand?

“In theorie misschien wel, maar in de praktijk niet”, denkt Kim. “Het is nodig dat iemand het overzicht bewaart en de doelen permanent voor ogen houdt. Wijken we af van het pad, dan ben ik er om een nieuwe weg naar de eindbestemming te vinden. Of als de moed tussendoor even gaat zakken, herinner ik iedereen eraan waarom we nu weer doen wat we doen en zorg ik ervoor dat iedereen (terug) mee is. Die aanjagersrol van een IGS is echt belangrijk.”

Als er zich problemen stellen, kaart Kim die ook bovenlokaal aan.

Kim: “Onze UiTPAS Kempen is een samenwerking tussen 21 gemeenten. Stuifzand, IGS Neteland en 12 losse gemeenten uit de Kempen maken er deel van uit. Dergelijke constructie was nieuw voor publiq. Dus spelen we door waar wij tegenaan lopen, zodat er een oplossing kan komen.”

  • “Voor we tijd en energie in projecten steken, toetsen we die telkens af aan onze zes kernwaarden. Zij zijn het kader van waaruit alles vertrekt. Eigenlijk is zelfs ons beleidsplan daaruit gegroeid.”
    Kim Nevelsteen Coördinator Stuifzand

Uitdaging om transversaal te werken

Met 10.000 UiTPAS-houders op één jaar tijd nam Stuifzand binnen UiTPAS Kempen alvast een mooie start. De UiTPAS is bovendien het instrument waarin verschillende sectoren elkaar vinden. Maar transversale projecten opzetten, vindt Kim niet altijd even makkelijk.

Kim: “We beschikken soms jammer genoeg over te weinig tijd en mankracht om samenwerkingen met andere domeinen aan te gaan.”

Waarin zit het transversale zoal vervat voor jou?

Kim: “Tijdens de gascrisis bleef de thermostaat in onze bibliotheken op 21 graden staan, zodat iedereen er zich kon verwarmen. Om inclusie te bevorderen, zijn er dementie- en autismeroutes in onze musea, en prikkelarme uren op de kermissen. En omdat verenigingen en organisaties het sinds corona moeilijk hebben om een zaal te vinden voor hun activiteiten, hebben we een culturele infrastructuurzoeker in het leven geroepen. Daarin vind je bijvoorbeeld ook scholen en voetbalkantines, waardoor iedereen op veel meer plekken terecht kan. Het zijn manieren om het warme en zorgzame dat we als regio willen uitstralen in de praktijk om te zetten.”

Projecten die naambekendheid opbouwen

Dankzij projecten als de regiobib leerde de burger Stuifzand echt kennen, maar ook initiatieven als Stuifkracht maken van de IGS een steeds zichtbaarder en sterker merk.

Kim: “Samen met de zeven gemeenten investeren we jaarlijks in een vormingsprogramma voor onze verenigingen, dat we vanuit Stuifzand communiceren. Dankzij dit initiatief leren de verenigingen elkaar beter kennen, versterken we hun werking en weten zij ook wat Stuifzand is. Een driedubbele win-win.”

En hoe zorg je ervoor dat intern iedereen altijd mee is?

Kim: “In het cultuur- en bibcollectief (de werkgroepen van de cultuurbeleidscoördinatoren en bibliothecarissen) roteert bijvoorbeeld het voorzitterschap en het verslag. De voorzitter neemt die rol een half jaar op, waardoor ik steeds een wisselende sparringpartner heb om inhoudelijk af te stemmen. Het verslag wordt opgemaakt door de gemeente waar de vergadering doorgaat. Zo blijven alle partners nauw betrokken bij de werking.”

Trots op de expeditie community librarian

Een project waar Kim trots op is, is de expeditie community librarian. Voor dit Erasmus+ project gingen de zeven Stuifzandgemeenten samen op zoek naar de ideale community librarian en de bib als derde plek. 

Kim: “Via een leesclubje zochten we antwoorden op vragen als: Wat maakt dat iemand zich thuisvoelt op een plek? Wie is de bibbezoeker? Wat zijn de drempels die hij al dan niet ervaart? Door hierover te lezen, kwamen we samen uit op onze ingrediënten voor een derde plek en stelden we onszelf ook de vraag: Welke bibliotheekmedewerker hoort daarbij? Met een ‘model voor de Kempen’ in het achterhoofd trokken we naar Gouda en Oslo om alle ideeën aan de praktijk af te toetsen.”

Bij terugkomst voerden de bibliotheken een nulmeting uit om te kijken hoe ver ze stonden in de verschillende thema’s. Daaruit heeft elke bibliotheek een eigen actieplan gepuurd.

Kim: “Tijdens ons bibcollectief wordt besproken waar de bibliotheken op botsen, maar ze gaan ook bij elkaar langs om een kritische blik op elkaars werking te werpen. Zo helpen ze elkaar verder op weg. Het is mooi om te zien dat bibmedewerkers dankzij dit project nog trotser zijn geworden op hun bibliotheek.”

Om alle lokale medewerkers en beleidsmakers te informeren en mensen uit de bibliotheekwereld te inspireren, organiseerde Stuifzand een studiedag voor tweehonderd geïnteresseerden. En ook op andere regionetwerken gaven ze een toelichting.

“Het is fijn dat we die expertise kunnen delen. Vandaag vind je alle info trouwens op onze website. Onze definitie van een derde plek, ons model, de nulmeting, een leermap met de lessen die we uit dit project getrokken hebben … Alles staat online. Alleen ons enthousiasme krijg je er niet bij”, glimlacht Kim.

Falen is ook scherpstellen

De expeditie community librarian is een succesverhaal, maar niet alles loopt altijd zoals gepland.

Kim: “Neem nu onze doelstelling om samen aan cultuurcommunicatie te doen. Het eerste idee was om een cultuurmagazine samen met de cultuurcentra van ’t Pact uit te werken, maar dat bleek niet realistisch. En op Stuifzandniveau was er geen budget om een magazine zoals Suiker (een vorig Kempens cultuurmagazine red.) te realiseren. Externe subsidies vonden we bovendien niet. Daarnaast bleken de meningen over de aanpak – gedrukt of online? – te verdeeld. Maar we hebben onze doelstelling binnenstebuiten gekeerd en er alles uitgehaald wat er uiteindelijk niet in zat. En zo werd eerder onbewust de werking van een IGS scherpgesteld: Een culturele actor kan met een fantastisch voorstel naar de regio trekken, we kunnen samen op pad gaan, maar een project zal altijd binnen een lokaal en bovenlokaal beleid moeten passen.

Samenwerken kan altijd

Een magazine uitrollen wanneer niet iedereen meedoet, is moeilijk. Maar bij andere initiatieven vindt Stuifzand dat oké. Zo tellen Gluren bij de buren (een project waarbij huiskamers uit de ene gemeente verbonden worden met artiesten uit een andere gemeente, red.) en Lokale Helden jaarlijks een wisselend aantal deelnemende gemeenten.

“Voor ons is het niet noodzakelijk dat elk lokaal bestuur altijd mee instapt, maar ze moeten wel de kans gekregen hebben om deel te nemen. En wordt een initiatief herhaald, dan stellen we opnieuw de vraag of er interesse is om mee te doen. Iedereen kan altijd aansluiten. Onze warmhartigheid trekken we over de hele lijn door”, besluit Kim.


Grensverleggende to do's & verhalen in je mailbox? Schrijf je in voor 1 of 2 nieuwsbrieven.