Arteconomy
ondernemen

De ervaren blik — “Het is eerder een evolutie dan een revolutie”

In het kader van OP/HEF — vol van waarde, werpt Julie Vandenbroucke, bezieler van Arteconomy, haar blik op de kruisbestuiving tussen de kunstensector en de ondernemerswereld. 20 jaar geleden had Julie al een glazen bol, of minstens een grote drang om de kunstenaar een plaats te geven binnen de bedrijfswereld. Het begon allemaal bij het metaalbedrijf Constructies Espeel uit Roeselaere. 

Arteconomy, de schakel tussen bedrijf en kunstenaar

Arteconomy is Julie Vandenbroucke. Zij zet bedrijven en kunstenaars samen aan tafel.

“Soms stelt een bedrijf mij de vraag een kunstenaar te zoeken, soms stellen ze zelf iemand voor, of er is een open call, of we maken een long list. Het gaat om heel uiteenlopende vragen. Kunst kan een plaats krijgen binnen de bedrijfswereld als decor, als evenement, als instrument, of kunst als transformatie. Deze 4 verschillende niveaus zijn een indeling van de Deense professor Lotte Darsø.”

Zo zocht Ceci n’est pas une piscine, een bedrijf dat ecologische zwembaden bouwt, een kunstenaar. Omdat de bedrijfsleider iets wou doen dat niemand hem voordeed. Soms vraagt de CEO naar het versterken van de relatie tussen de werknemers. Of, MIVB bijvoorbeeld vroeg kunstenaar Steve Schepens om kunstwerken te maken rondom het thema veiligheid. Om zo de werknemers bewust te maken van hun verantwoordelijkheid.

Of er in de 20 jaar dat Arteconomy bestaat, veel veranderd is? Of de bedrijfswereld en kunstenaars elkaar makkelijk vinden?

“Van 2002 tot 2011 stonden de kranten bol van artikels over de samenwerkingen die Arteconomy opzette. We deden stof opwaaien, maar dat stof is wat gaan liggen. En, ik zeg het graag met de woorden van professor Ariane Berthoin: Het is eerder een evolutie, dan een revolutie.”

“Bovendien is er een verschil tussen art thinking en design thinking. Een kunstenaar vraagt zich niet af wat de eindgebruiker vindt van zijn creatie. Die gaat uit van zijn eigen visie. Zo worden ze ook opgeleid. Ze zijn goed in het aangaan van processen, veranderingsprocessen. Dat is echt een verschil. En dat is goed.”

“Een designer zal dus makkelijker aansluiting vinden bij de manier van denken van een bedrijfsleider. En niet alleen dat. Het blijft nog vaak bij het evenementiële, de kunstenaar aanspreken om te zorgen voor innovatie is vaak nog een stap te ver.”

Geen afhankelijkheid, wel partnerships

Michel Espeel, Julies man, was bedrijfsleider van Constructies Espeel, een metaalbedrijf in Roeselaere. Julie en Michel, beide kunstliefhebbers kochten een werk van Paul Gees in 1989. Gees vroeg of ze hem konden helpen met de realisatie van grotere metalen kunstwerken. Zo ging de bal aan het rollen.

“Meer dan 100 kunstenaars zijn bij ons terecht gekomen. Voor de productie van hun kunstwerk, of een deel ervan. Jan Fabre bijvoorbeeld, liet tafels maken voor ‘Je suis sang’. Ook Honoré d’O kwam langs, wiens werk je niet direct associeert met metaal.”

“We werkten altijd op maat van de kunstenaar. Aan een jonge kunstenaar stelde mijn man voor om pas alles te betalen als zijn werk verkocht was. Als het een openbare instelling was, rekenden we gewoon een prijs aan. De kunstenaar betaalde altijd iets, soms enkel het materiaal, en dan kregen ze de werkuren. Of omgekeerd.”

Het metaalbedrijf wilde geen afhankelijkheid, wél partnerships.

“Het is op een heel organische manier gegroeid. De eerste 7 jaar kregen we enorm veel aanvragen binnen. Pas nadien zagen we dat het meer was dan éénrichtingsverkeer. Er ontstonden partnerships. De kunstenaar had, op zijn beurt, het bedrijf heel wat te bieden.”

En zo ontstond het idee voor Arteconomy. Julie Vandenbroucke wou bewijzen dat het omgekeerde ook kon: bedrijven die een kunstenaar betrekken om een oplossing te zoeken voor een probleem.

Meer inspiratie over
de link tussen cultuur
en ondernemen? Kom op 7 oktober 2021 naar OP/HEF.

Schrijf je nu in

“Een kunstenaar vraagt zich niet af wat de eindgebruiker vindt van zijn creatie. Die gaat uit van zijn eigen visie. Zo worden ze ook opgeleid. Ze zijn goed in het aangaan van processen.”

Een beter product dankzij gelijkwaardigheid

Julie gelooft niet in hiërarchie, wél in samenwerking vanuit gelijkwaardigheid.

“Espeel had al een open cultuur. Er was weinig hiërarchie. Iedereen had zijn taak, én de medewerkers luisterden naar elkaar. Gelijkwaardigheid was belangrijk. Ook ik maak geen onderscheid tussen een koning en een bedelaar. Beiden hebben iets te bieden. Ook aan elkaar.”

“Zo’n 80% van de werknemers op de vloer, wilde niet samenwerken met een kunstenaar. Zo’n 10% van de arbeiders kwam eens kijken, draaide wat rond, toonde hun werk. Maar echt samenwerken, dat was een stap te ver. De overige 10% had wel die behoefte. Het was vaak even zoeken, maar als ze het gewoon waren, werkte het.”

“Zo vertelde één van de medewerkers dat hij, dankzij één van de kunstenaars, meer zelfvertrouwen kreeg. De kunstenaar kwam met een probleem en vroeg die arbeider om mee na te denken over een oplossing. Die voelde zich gewaardeerd, kreeg bevestiging. Die arbeider dierf later ook feedback geven aan een ingenieur, in wiens opdracht hij iets uitvoerde. Het resultaat? Een beter product.”

Arteconomy volgt de omgekeerde weg. Het bedrijf heeft een probleem – niet de kunstenaar – en de kunstenaar bekijkt het, onderzoekt het, zoekt een oplossing.

“Het is een heel ander vertrekpunt. Niet vanzelfsprekend. Zelfs mijn man heeft nooit beroep gedaan op een kunstenaar. Hij had er geen behoefte aan. Er was wél kruisbestuiving tussen de kunstenaar en de arbeiders.”

Zo vertelde één van de medewerkers dat hij, dankzij één van de kunstenaars, meer
zelfvertrouwen kreeg.
  • Julie Vandenbroucke
  • “Met Arteconomy bewees ik dat een kunstenaar in staat is om de problemen van een bedrijf aan te pakken, of zelfs grotere maatschappelijke problemen. Ik geloof zelfs dat er kunstenaars aanwezig moeten zijn in alle geledingen van de maatschappij.”
    Julie Vandenbroucke bezieler van Arteconomy

Van experiment naar implementatie

Arteconomy vertrekt altijd vanuit een partnership, vanuit gelijkwaardigheid. Julie zoekt samen met de verschillende partijen naar wat ze nodig hebben, naar wat het doel is van de samenwerking.

“Ik bemoei me niet met de inhoud, maar zorg wel dat er voldoende overleg is. Dat we deadlines vastleggen, dat de royalties van de kunstenaar in het contract komen, … Het gaat soms om heel kleine dingen, én die zijn vaak belangrijk. De twee werelden spreken immers een andere taal. En, ik bewaak ook het finale resultaat.”

Idealiter zorgt zulke samenwerking voor een blijvende impact. Na het experiment komt de implementatie. Cartamundi bijvoorbeeld nam uiteindelijk kunstenaars in dienst voor de ontwikkeling van hun kaartspelen.”

“Ik verwijs ook graag naar ‘Shiftmakers’ een boek van Bart Van der Herten, directeur Strategy & Business Transformation bij MIVB. Hij heeft het over de rol van de leidinggevenden in een bedrijf. De echte shiftmakers geven kansen, zorgen voor talentontwikkeling, zorgen ervoor dat mensen openbloeien. En daar zijn kunstenaars goed in.”

“Kunstenaars staan meestal aan de zijlijn, ze geven kritiek. Waarom zouden ze hun talenten en hun kritische blik niet inzetten om dingen te veranderen? Of om bedrijven te helpen met innovatie? Met Arteconomy bewees ik dat een kunstenaar in staat is om de problemen van een bedrijf aan te pakken, of zelfs grotere maatschappelijke problemen. Ik geloof zelfs dat er kunstenaars aanwezig moeten zijn in alle geledingen van de maatschappij.”

Arteconomy

Arteconomy verbindt kunst, creatieve industrieën, wetenschap, technologie, economie en onderwijs met elkaar door hen buiten hun denkkaders te laten treden en hun organisatie of regio te versterken. Met als doel nieuwe ideeën, nieuwe producten, nieuwe diensten en een andere kijk op de organisatiecultuur of -structuur te creëren.

Julie Vandenbroucke

Julie Vandenbroucke richtte in 2002 Arteconomy op en is er tot op vandaag directeur. Arteconomy is gegroeid uit het samenwerkingsmodel tussen kunstenaars en Constructies Espeel, het bedrijf van haar man, dat ze samen hebben ontwikkeld in de periode 1989-2008.

Julie realiseerde als partnershipfacilitator diverse projecten tussen kunstenaars en bedrijven, gericht op economische, technologische en sociale innovatie. Zij wil deze samenwerking blijvend strategisch implementeren bij zowel kunstenaars als bedrijven.

Als pionier in Vlaanderen zette ze haar schouders onder wetenschappelijke studies en publicaties over dit onderwerp. Ze is ook medeoprichter, adviseur of bestuurder van tal van organisaties in de kunst- en bedrijfswereld. In 2019 kreeg ze de Luca Eremaster omwille van haar jarenlange inspanningen voor het opzetten van samenwerkingen zonder de eigenheid van de kunstenaar uit het oog te verliezen.

Grensverleggende to do's & verhalen in je mailbox? Schrijf je in voor 1 of 2 nieuwsbrieven.