Minus One
jongeren

Zo bereik je meer jongeren als cultuurcentrum

Hoe spreek je als cultuurcentrum een jong publiek aan? Hoe maak je jongeren warm voor je werking en hoe zorg je ervoor dat ze blijven komen? Céline De Coninck, coördinatrice van jongerencultuurcentrum Minus One, deelt hieronder enkele tips.

Tekst /

“Vertrek niet vanuit je organisatie, maar vanuit je publiek.”

Minus One is een ondergronds cultuurcentrum voor jongeren in Gent. ‘Ondergronds’? Inderdaad.

“We zitten letterlijk onder de grond”, vertelt coördinator Céline De Coninck. “Maar we noemen onszelf ook zo omdat we ruimte bieden voor projecten en groepen die niet overal ruimte krijgen. We werken soms in de hiaten van andere organisaties en zijn dus een beetje underground.”

Jongere Aysegül is vrijwilligster bij Minus One. “Ik voel mij hier thuis. Ik kan hier bijna elke avond zijn na mijn werk of na school. Ik neem dan mijn eten mee en eet samen met de rest. Soms is het hier rustig, soms chaotisch en wild. Een mooi evenwicht. (lacht)”

Céline: “Oorspronkelijk was Minus One gewoon een polyvalente zaal van de stad Gent, voor jongeren. Maar het toenmalige team vond dat we niet álle jongeren even goed bereikten. Daarom besloten ze om van het gebouw een open huis voor de wijk te maken (de Rabotwijk, red.). Een plek waar iedereen kan binnenwandelen en waar je leuke feesten kan organiseren.”

Geef het tijd

Céline: “Minus One ging nét voor de coronacrisis pas echt van start. We hebben de tijd genomen om iets duurzaams uit te bouwen, en dat vraagt jaren: onder meer om projecten te herhalen, zodat mensen ze leren kennen en er zich het volgende jaar voor kunnen engageren.”

“Pas na een jaar of drie is het bij ons beginnen te boomen. Geef het dus niet op na één jaar. Doe het vier, vijf, zes jaar en evalueer dán.”

Geef jongeren verantwoordelijkheid

Aysegül: “Bij Minus One krijgen we enorm veel vrijheid en zelfstandigheid. Van toezicht houden tijdens een Open Huis, tot mee workshops organiseren: het wordt volledig aan ons overgelaten. Dat bouwt vertrouwen op. En zo leren we ook met verantwoordelijkheid omgaan.”

Céline: “Wie bij ons langskomt, krijgt het grootste vertrouwen. En dat zijn zowel jongeren uit de wijk, als het volk dat tijdens het weekend events organiseert.”

“We vertrekken vanuit intakegesprekken, babbelen, evalueren: wat ging er goed, wat kon er beter? Maar ook vanuit: doe maar. Vanavond is het gebouw van jullie.”

“Dat werkt. Zelf amuseerde ik me vroeger het meest op de plekken waar ik verantwoordelijkheid kreeg. Waar ze me loslieten en ik dingen kon gaan doen.”

Weet als cultuurcentrum wie je bezoeker is. Leef je in die persoon in. Maak hun weg naar en doorheen je gebouw eens mee.

Lees ook:

Hou je bezoeker voor ogen

Céline: “Weet als cultuurcentrum wie je bezoeker is. Leef je in die persoon in. Maak hun weg naar en doorheen je gebouw eens mee. En probeer potentiële drempels te verlagen.”

“Zelf heb ik megalang in deze buurt op straat rondgehangen. Ik nam de tijd om de omgeving beter te leren kennen en van daaruit een workshopaanbod te creëren. Dat gaf me een duidelijker beeld van wat de jongeren hier willen, waarmee ze bezig zijn en waar ze ondersteuning nodig hebben.”

Denk na over je communicatie

Céline: “Om rekening te houden met verschillende culturele achtergronden, maken we andere keuzes in onze communicatie. Zowel inhoudelijk als vormelijk. Wie is op welk moment ons publiek? En hoe kunnen we ons daarnaar schikken? Zo ontwikkelden we manieren om bepaalde groepen te bereiken.”

“Voor een techno-event flyeren we bijvoorbeeld niet in de wijk, maar wel voor het Blaisantfestival. En is er hier een organisatoren-avond? Dan weten we dat we dat vooraf visueel duidelijk moeten maken aan iedereen die hier langskomt.”

Aysegül: “Voor mij lijkt het alsof jullie met iedereen op dezelfde manier communiceren. Of ze nu Turks, Vlaams of Bulgaars zijn. Dat trekt mij en andere jongeren ook aan.”

Céline: “Fijn dat je dat zegt. Dat is inderdaad het eindpunt, dat mensen het zo zien.”

Hou je oren open

Aysegül: “Er wordt altijd naar ons geluisterd en gevraagd wat we willen doen. Soms verkopen we bijvoorbeeld wat we maakten tijdens een workshop. Bij Minus One vragen ze ons dan: Wat willen jullie doen met dat geld? Twee weken geleden zijn we er bijvoorbeeld mee naar Bobbejaanland geweest. Zo cool, die vrijheid!”

Weet dat je niet altijd iedereen kan bereiken

Céline: “Jongeren betrekken is voor ons geen probleem. Dat ligt ook aan onze ligging. We hoeven maar onze kop boven de grond te steken en daar zijn ze al.”

“Het is wel zo dat we bepaalde groepen niet even goed bereiken. Maar de vraag is dan: moet alles altijd voor iedereen bereikbaar zijn? En kan dat wel? Iedereen bereiken én met je projecten in de diepte gaan, lukt niet. Bovendien vereisen sommige groepen een specifieke aanpak.”

“We zijn wel altijd zo laagdrempelig mogelijk. En daarnaast zetten we met onze projecten soms in op bepaalde groepen. Vrouwelijke kunstenaars, bijvoorbeeld. Of ondernemers met een migratieachtergrond.”

Om rekening te houden met verschillende culturele achtergronden, maken we andere keuzes in onze communicatie.
Zet structuren op zodat mensen kunnen participeren.
  • Céline De Coninck
  • “We nemen onze missie en visie heel vaak onder de loep. Al onze acties en projecten staan eraan ondergeschikt. Je moet een plek zijn met visie, en ergens naartoe willen gaan.”
    Céline De Coninck coördinator Minus One

© Foto — Stijn Van Den Bloock/Bloockbuster

Vertrek vanuit je publiek

Céline: “Vertrek niet vanuit je organisatie, maar vanuit je publiek. Dus niet: dit willen wij doen en dit gaan we ook doen. Maar wel: we weten niet wat we gaan doen, we kijken naar ons publiek en laten hen het programma mee invullen.”

“Wat daarbij helpt: zet structuren op zodat mensen kunnen participeren.”

Blijf toetsen aan je visie

Céline: “We nemen onze missie en visie heel vaak onder de loep. Al onze acties en projecten staan eraan ondergeschikt. Je moet een plek zijn met visie, en ergens naartoe willen gaan.”

Laatste tips

Aysegül: “Wees een vriend voor jongeren. Leef je in hun situatie in. Kieper al je vooroordelen overboord en geef hen vertrouwen.”

Céline: “Ga niet alles zelf doen. Werk als cultuurcentrum samen met het jeugdhuis, met jeugdwelzijnswerkers, met straathoekwerkers. Stap naar de lokale jeugdraad en vraag om een samenwerking.”

Contact

minus-one.be

Grensverleggende to do's & verhalen in je mailbox? Schrijf je in voor 1 of 2 nieuwsbrieven.